Wanneer een kindje geboren wordt en zijn/haar ouders zijn getrouwd of 
hebben een geregistreerd partnerschap, dan is het voor de wet duidelijk wie zijn ouders zijn. Alles is nog geregeld: beide ouders hebben het gezag over het kindje en het kindje staat in familierechtelijke betrekking tot zijn ouders hetgeen inhoud dat het kind van zijn ouders erft en dat de ouder(s) onderhoudsplichtig is t.o.v. zijn kind.
Wanneer je echter niet getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt, is niet alles automatisch geregeld. Het moederschap staat onomstotelijk vast. Het kind is uit de moeder geboren. Zij heeft dan ook direct alle rechten en plichten die daarbij horen.
Maar hoe zit het met de biologische vader?
De vader kan het kind erkennen en het ouderlijk gezag aanvragen. Gaat dit met beider instemming dan zijn dit papieren formaliteiten. Het komt echter ook wel eens voor dat de vader of moeder om voor hem of haar duidelijke reden niet wenst mee te werken aan deze formaliteiten of dat de vader overlijdt voordat hij het kind heeft kunnen erkennen. Hoe ga je dan verder?
In de wet is daarvoor de mogelijkheid opgenomen een verzoek te doen tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Dit verzoek kan alleen gedaan worden door de moeder en het kind, niet door de vader. Door de moeder moet het verzoek worden gedaan binnen vijf jaar na de geboorte van het kind dan wel binnen vijf jaar nadat zij bekend is geworden met de identiteit en de verblijfplaats van de verwekker. Wanneer het kind 16 jaar of ouder is, is moeder hiertoe niet meer bevoegd. Voor het kind gaat er geen uiterste termijn, Die kan altijd een verzoek indienen. Bij minderjarige kinderen wordt er tijdens de procedure een bijzonder curator voor het kind benoemd, die de belangen van het minderjarige kind behartigt.
Bij de rechtbank Noord-Holland liep vorige maand zo’n procedure tot vaststelling vaderschap ingesteld door moeder. Zij had deze opdracht gekregen van de gemeente met het oog op verhaalsbijdrage. Helaas voor de moeder was deze man onvindbaar. Er kon door haar geen uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie worden overgelegd. De gemeente verklaarde zelfs dat de man niet voorkomt in de BRP.
Indien de wederpartij geen bekende woon- en/of verblijfplaats heeft, wordt hij of zij opgeroepen in de staatscourant. Zo ook deze meneer. Hij werd zelfs twee keer opgeroepen. Maar helaas voor de vrouw verscheen hij niet ter zitting.
De rechtbank heeft dus te maken met een opgeroepen meneer die niet voorkomt in de PRP, niet verschijnt ter terechtzitting, waarvan de vrouw geen geboortegegevens kan verstrekken en waarvan de woon- en/of verblijfplaats onbekend is. De rechtbank kan met de haar bekende gegevens niet vaststellen of de man wel een bestaand persoon is waardoor de rechtbank de man niet kan aanmerken als belanghebbende in de zin van artikel 798 Rv.
Gevolg voor de vrouw is dat zij niet ontvankelijk wordt verklaard in haar verzoek en er dus geen vaderschap kan worden vastgesteld.
Wilt u deze beschikking zelf lezen? De uitspraak vindt u hier (rechtbank Noord-Holland 22-3-2017 ECLI:RBNHO:2017:2283)
Informatie van de rechtspraak over dit onderwerp vindt u hier.
Heeft u vragen over dit onderwerp, neem gerust contact met mij op.
Ilona Anthonise-Gieling
Advocaat
Tel: 0113-34 86 28
www.defamiliepraktijkgoes.nl